Nu
door Bart Moeyaert
Ik adem niet, ik zing.
Zelfs als ik zucht, klinkt het
per ongeluk alsof ik
een paar noten neurie
die me vannacht, terwijl
ik sliep, zijn voorgezongen.
Het is alsof de lucht
mijn deken is en ik
mijn hoofd het liefst
te rusten leg op het kussen
van mijn longen, de plek
waar ik mijn hartslag hoor
in vierkwartsmaat:
dat ik besta, dat ik besta.
Opnieuw
door Toon Tellegen
Ik wil opnieuw beginnen
en ik begin opnieuw
maar het is niet nieuw
waaraan ik begin
opnieuw is echt opnieuw oprecht opnieuw
hoe moet ik het zeggen.
Ik begin opnieuw opnieuw
nu ga ik echt opnieuw beginnen
maar het is opnieuw niet nieuw
het is in de verste verte niet nieuw
lijkt niet eens op nieuw.
Ik begin opnieuw
ik moet en zal opnieuw beginnen
het is nu of nooit
en even, één seconde, of misschien iets korter, lijkt alles nieuw
en begin ik opnieuw.
Ingelezen door Barbara Rottiers
Zullen we
een bos beginnen?
door Jaap Robben
Graaf dan een kuil
en plant je boom
voorzichtig
naast de mijne.
Kunnen ze elkaar
uit de wind houden
als het stormt
of in de zondagzon
samen zwijgen.
En als ze 's avonds
door de wimpers
van hun twijgen
naar elkaar kijken
beginnen ze al
op een bos te lijken.
Ingelezen door Bill Barberis
Zal er ooit iemand zijn...
door Ted van Lieshout
Zal er ooit iemand zijn die voor het raam zit en naar buiten kijkt en dan gelukkig is omdat ik buiten aan het lopen ben en dat een mooi gezicht vindt?
Ongeveer zoals ik het mooi vind om door de ruit te kijken en mijn moeder te zien die gelukkig weer veilig thuiskomt en niet onderweg is verongelukt.
Of liever nog: zomaar.
Bijvoorbeeld als de zon schijnt en de lucht is blauw en alles is kalm, behalve de wind die ruist door de boom en de blaadjes die rusteloos ritselen en dat ik dan in de schaduw van de boom ga zitten en iemand zit binnen, kijkt naar buiten, ziet mij en vindt dat mooi.
Zal er ooit zo iemand komen? Het hoeft niet op een zomerdag. Het mag ook in de winter.