Overslaan en naar de inhoud gaan

Cijfers 2019

Awel ziet maatschappelijke tendensen weerspiegeld in gesprekken

Jongeren belden en mailden in 2019 minder naar Awel en surften dan weer vaker naar de website om een antwoord te vinden op hun vraag, dat ziet de hulplijn voor kinderen en jongeren in haar gesprekscijfers. Bij de chat blijft de vraag het aanbod overspoelen. Ook het vrijwilligerswerk kent immers tendensen: de vrijwillige beantwoorder die tien jaar blijft, is eerder uitzonderlijk. In 2019 registreerde Awel in totaal 23.239 contacten met kinderen en jongeren via chat, telefoon en e-mail.

Binnenkort langs andere wegen contact met Awel?

Het aantal telefoonoproepen naar Awel daalt al sinds 2009. Er zijn sindsdien heel wat digitale alternatieven voor de telefoon. Ook in 2019 werd het nummer 102 minder gedraaid: 16% minder vaak dan in 2018. Wie echter denkt dat Awel dus weinig telefoon krijgt, heeft het mis: er kwamen vorig jaar nog steeds 99.468 oproepen binnen, waarvan er 19.462 werden beantwoord. De telefoon is daarmee nog altijd goed voor 43% van alle contacten, naast de chat en de e-mail.[1] Ook het aantal e-mails daalde aanzienlijk, met 25%, en was nog goed voor bijna een derde van de contacten.

Awel zette een ideeënbus op haar website, waar kinderen en jongeren kunnen vertellen welke ideeën ze hebben voor de toekomst. Wat de organisatie alvast veranderde zijn de openingsuren: sinds begin januari is de telefoon vroeger open op woensdagnamiddag, vanaf 14 in plaats van 16 uur. In die tijdspanne probeerden heel wat kinderen en jongeren tot voor kort tevergeefs te bellen, terwijl het op andere momenten net opvallend rustig bleef.

Op zoek naar verbinding in de massa

Vooral bij de chat viel op dat beantwoorders een meer flexibel engagement willen aangaan. Awel werd op korte tijd meer dan 400 vrijwilligers rijk, maar heeft het nu ook lastiger om iedereen verbonden te houden met de werking en met elkaar. Awel zet in op ontmoeting tussen de vrijwilligers, van nieuwjaarsrecepties over zorgteams tot teamdagen. Daarnaast werkt de hulplijn met de VUB aan een pilootproject: studenten zullen het vak ‘Gesprekstechnieken’ kunnen vervangen door lesdagen en stage-uren bij de Awel chat. Zo proeven zij van de praktijk en krijgt Awel gedurende een periode meer mankracht op de chat. 

Awel, jongens?

Awel wordt traditioneel veel minder door jongens dan door meisjes gecontacteerd: wellicht is slechts 1 op de 5 gesprekken met jongens. Dit jaar komt er een onderzoek naar het waarom van dat verschil. Afhankelijk van de resultaten zal Awel initiatieven ondernemen om jongens zo goed mogelijk gepaste hulp te bieden. Dat hoeft geen gesprek te betekenen – misschien blijkt bijvoorbeeld wel dat jongens meer hebben aan een serious game op awel.be! Awel is alvast enthousiast om outside of the box te denken. Jongens en meisjes contacteren Awel wel globaal over dezelfde thema's.

 

[1] Let wel: de telefoon kent ook een groot aandeel scheld- en giecheloproepen. De chat is goed voor 27% van de contacten maar de gesprekken duren er doorgaans langer; het aantal contacten zegt dus niet noodzakelijk iets over de populariteit van een contactkanaal.